Ecokathedraal

Op 12 juni 2025 – al doet de exacte datum er allerminst toe – reed ik met mijn dochter Aymí (9) en een rugzakje vol appeltaart, slagroom, limonade en een Aeropress voor mijn koffie naar Mildam om samen de Ecokathedraal van Louis le Roy te ontdekken.

Al jaren was ik gefascineerd door het openbaar toegankelijke project en de foto's die ik er van had gezien.

Kleine tempels, muren en poorten suggereren de restanten van een verloren gewaande beschaving. Toch is het pas een halve eeuw oud. Met afgedankte stoeptegels, trottoirbanden, fiestenrekjes en klinkers in alle formaten is le Roy in 1970 begonnen aan dit project ten zuidoosten van Heerenveen.

Grote vragen komen boven. Wat maakt deze plek mystiek? Hoe ontstaat vorm uit eenvoud? Wat is het verschil tussen improvisatie en rigide planmatigheid? Waar nodigt dit ons toe uit – en hoe bewaak je veiligheid zonder te verstoren?

Met overduidelijk Oer-Hollandse bouwmateriaal – waar de simpelste stoeptegels van 30x30cm de basis vormen van de meeste bouwwerken – geeft le Roy een vertrouwd en uitnodigend gevoel. Grijze rivierklei met lichte kiezels, het warme ijzerrood van dakpannen en bakstenen – samen vormen ze een levendig contrast met het groen en bruin van de inheemse natuur. Insecten en vogels maken de ervaring compleet.

Het is bijna vervreemdend om ineens anderen tegen het lijf te lopen. De absurditeit van ons tijdelijke bestaan wordt hier tastbaar. Een rood leren handtasje. Sokken in Teva's, een winddicht jack... Hier zijn wij haast buitenaardse wezen.

De Ecokathedraal is geen cultureel erfgoed in intellectuele zin. Wat hier gebeurt, speelt zich af op een dieper, wezenlijk niveau. Er hoeft niets bij verzonnen, uitgelegd of opgepoetst te worden; alles wat je eraan zou toevoegen, zou afbreuk doen. Het dwingt respect af, zonder toegangskaartjes, camera’s of een koffietentje.

Als het aan Louis le Roy ligt, zal het de komende duizend jaar zo blijven.